Ik ga hier niet beweren dat Charlie Kirk een soort Socrates 3.0 was. Toch deed de wijze waarop hij in gesprek ging met studenten die de wijsheid in pacht meenden te hebben, me denken aan de Atheense ‘steekvlieg’. Zeker als je daarna de aporia zag bij die studenten: de totale verwarring van mensen die ineens ontdekken dat ze niet weten wat ze dachten te weten. Om vervolgens hopelijk des te meer te weten te komen.
Het maakt het nóg triester dat op 10 september een kogel een eind maakte aan het leven van Charlie Kirk, symbolisch genoeg op een universiteitscampus, terwijl hij sprak over wapengeweld. Het is niet de dood van Socrates, maar toch een tragedie voor zowel democratie als filosofie.
Feiten doe ertoe
Dat vond niet iedereen, ook niet binnen academia. Zo bleek een collega-filosoof - universiteitsdocent in Nijmegen - vooral geschokt door ‘de collectieve verheerlijking’ van Kirk’ (de Volkskrant 24 september 2025). Kirk was een ‘extreemrechtse haatprediker’, met ‘weerzinwekkende’ denkbeelden. In de tijd van Socrates hadden we, na wat socratisch verantwoord doorvragen, wellicht voorbeelden van denkbeelden gehoord, die dan inderdaad onze weerzin zouden wekken. In tijden van Google leert een advanced search dat het om ideeën gaat, waarmee de geachte collega het eenvoudigweg oneens is: dat empathie een schadelijke new age-uitvinding is, of dat het recht op wapenbezit onvermijdelijk slachtoffers maakt en dan volgens Kirk nóg te verkiezen valt, evenals bijvoorbeeld autoverkeer. Of, en hier wordt het betoog van onze medewijsgeer nog minder wijsgerig verantwoord: dat bij wat verder doorklikken er feitelijk niets overblijft van aantijgingen als ‘Kirk was voor het stenigen van homo’s’ en ‘Kirk vond dat transgenders moeten worden gelyncht, net als zwarten in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw’.
Feiten doen ertoe, ook voor filosofen. Zelfs voor filosofen die menen dat ‘waarheid’ een betrekkelijk begrip is. Zeker als het verdraaien van feiten - ‘Kirk wil ons dood hebben!’ - resulteert in de overtuiging bij een jongeman dat moord het aangewezen antwoord is op de ‘haat’ en het ‘geweld’ van Charlie Kirk. Terwijl deze, onder het motto prove me wrong, vaak opvallend hoffelijk in gesprek ging met mensen die hem leken te beschouwen als een fundamentalistisch-christelijke antichrist. In ontelbare reacties op (social) media na de moord lag de nadruk op hoe verwerpelijk de zojuist vermoorde persoon was, vaak op basis van verdraaide citaten en horen-zeggen.
Wanneer denkers nog niet dood zijn, verwelkom ze dan op je campus, hoezeer je ook met hen van mening verschilt.
Ignorantie en arrogantie
Het gaat echter niet louter om feiten, hoe belangrijk die op zichzelf ook zijn. Het gaat, zoals zo vaak in de filosofie, ook om elementaire logica en de argumentatie die daaruit voortvloeit. Dan blijkt het punt dat mensen als Kirk niet op universiteiten hoeven te worden gehoord, een even hooghartige als halfslachtige, eeuh…. apologie te krijgen. Niet toevalligerwijs draagt het betoog van onze collega de titel: ‘De universiteit is geen talkshowtafel’. Hij schrijft: “Het gaat op een universiteit immers niet om doxa, maar om episteme. Dat wil zeggen: het gaat niet om de snel gevormde mening, maar om de grondig onderzochte kennis.”
Geen moment lijkt het in dit imposant fronsende voorhoofd te zijn opgekomen dat zijn episteme verdacht veel trekken vertoont van doxa, zoals ik daarnet aangaf bij het verwijt van ‘haatprediker’. En al helemaal niet dat de doxa van politieke of filosofische tegenstanders, meer episteme zou kunnen vertonen dan ons lief is. (Voor alle duidelijkheid: ik zeg dit als iemand die het negen van de tien keer met Charlie Kirk oneens was en die nul sympathie heeft voor de pogingen van Kirk’s held Trump om vrije meningsuiting en academische vrijheid in te perken). Al met al doemt hier een riskante combinatie op van ignorantie en arrogantie, en lijkt de Nijmeegse filosoof ineens op de studenten die de autodidact Kirk overtuigend op hun plaats zette. Of, om naar de klassiekers terug te keren: op wijsgerige windbuilen als Euthyphro en Meletus, Socrates’ favoriete slachtoffers.
Intellectueel lui en zelfvoldaan
Maar laten we het dialectische steekspel, zoals Nietzsche de socratische methode aanduidde, even achter ons laten en een positief alternatief schetsen, voor zowel de filosofie als de democratie. Weinig filosofen hebben de constructieve waarde van tegenspraak - uitgenodigd, of zonder invitatie verschenen - zozeer benadrukt als John Stuart Mill. “Zowel leraren als leerlingen vallen in slaap op hun wachtpost, als er geen vijand in het veld te zien valt.”
Als de kogel die Kirk trof ergens goed voor zal zijn, is het hopelijk het besef van waar vrije meningsuiting om draait.
Waarmee Mill aangaf dat het op universiteiten en in de publieke opinie altijd zaak is om fundamenteel meningsverschil te verwelkomen. Niet alleen vanwege de pluriformiteit of, met een hedendaags begrip, viewpoint diversity, die op zich al waarde heeft in de democratie. Maar ook om te voorkomen dat jijzelf intellectueel lui en zelfvoldaan wordt. Dat nu is precies wat ik in de studenten zag die in onzachte aanraking kwamen met Charlie Kirk: jongens en meisjes die weliswaar indrukwekkende studies volgden en ingewikkelde boeken lazen… maar die ook al veel te lang niet meer tegengesproken waren of werkelijk aan het denken gezet. En die dus uiteindelijk hulpeloos bleken, zelfs al hadden ze een valide punt te verdedigen, zoals de zaak van Gaza, de gevaren van wapenbezit, of de argumenten vóór vrije abortuskeuze.
Vrijheid van de andersdenkende
In het filosofieonderwijs ligt de kunst van de georganiseerde tegenspraak erin dat je wérkelijk contrasterende visies behandelt en uiterst terughoudend bent met het diskwalificeren van tegenargumenten als ‘slecht onderbouwd’ of ‘wetenschappelijk irrelevant’. Je zou dit een ultieme praktische wijsheid ofwel phronèsis kunnen noemen, voorbij doxa en episteme. Laat je studenten verschillende teksten zien, reik ze diverse criteria aan, en ziedaar… ze kunnen zelf oordelen, zonder te veroordelen, te betreuren of te bespotten.
Wanneer denkers nog niet dood zijn, verwelkom ze dan vooral op je campus, hoezeer je ook met hen van mening verschilt. Sterker nog: hoe méér je met hen van mening verschilt. Te vaak reserveren we vrije meningsuiting voor mensen die niet te ver verwijderd van onze eigen opinie opereren. Het wordt spannend, maar ook pas echt de moeite waard, wanneer je de mogelijkheid inbouwt dat ze je - al is het maar gedeeltelijk - overtuigen. Dat kan alleen wanneer je ze het woord gunt. ‘Vrijheid is altijd de vrijheid van de andersdenkende,’ stelde Rosa Luxemburg.
Als de kogel die Kirk trof ergens goed voor zal zijn, is het hopelijk dit besef van waar vrije meningsuiting écht om draait.

Remko van Broekhoven (1967) is politiek filosoof. Hij is gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht, en doceert onder meer voor The School of Life, de Volksuniversiteit en het HOVO.
Foto: Fjodor Buis
Foto Charlie Kirk: Gage Skidmore
Lees meer over de studiekosten van de verschillende opleidingen van de HTF
Lees hier meer over de toelatingseisen van de HTF

De Hogeschool voor Toegepaste Filosofie (HTF) biedt de eerste hbo-bachelor en hbo-master Toegepaste Filosofie in Nederland aan.