info@hogeschoolvoortoegepastefilosofie.nl
+31(0)6 43438008
Ga terug naar overzicht
Auteur: Paul Teule
Datum: 27 januari 2025
Het begrip

'Asielcrisis'

Als toegepast filosoof moet je de maatschappij in om, met opgestroopte mouwen, met flip-overs en post-its, en samen met professionals de betekenis van een kernbegrip naar boven te krijgen. Filosofische begripsanalyse is noest conceptueel handwerk, op locatie. Een uitzondering die deze regel bevestigt, is de discussie over de asielnoodwet, waarbij heel Nederland zelf aan het filosoferen sloeg over het begrip ‘asielcrisis’. De vraag, zo blijkt, is niet wat een asielcrisis betekent, maar wie we de definitiemacht geven.

Al maanden is Nederland in de ban van het aangekondigde plan van het kabinet om een ‘asielcrisis’ uit te roepen en een noodwet in te voeren, en daarmee het parlement tijdelijk te omzeilen. De redenering deed velen de wenkbrauwen fronsen. “Mensen ervaren een asielcrisis. Daarom komen we binnenkort met een noodmaatregel,” zei premier Schoof op de persconferentie na afloop van de ministerraad van 13 september jl. Asielminister Marjolein Faber moest alleen nog even goed op papier zetten waarom er de facto een crisis is of zou zijn - de zogenaamde ‘dragende motivering’. 

Columnisten, politici en tal van experts buitelden over elkaar heen met kritiek die je als filosofisch zou kunnen typeren. Kun je een crisis uitroepen als er van een crisis - zoals een oorlog, overstroming of virusuitbraak - eigenlijk geen sprake is? En: als je er maanden over doet om te bewijzen dat het crisis is, bewijs je dan niet automatisch dat er geen crisis is? En: is een crisis niet een sterk afwijkende fase in een langere ontwikkeling, waarvan - gezien de stabiele instroomcijfers - helemaal geen sprake is? Dit zijn allemaal goede, begripsanalytische vragen, met een duidelijk antwoord: nee, er is geen crisis. 

Helaas is het niet zo simpel. Crisiswetenschappers die goed hebben gekeken naar hoe samenlevingen een crisis definiëren, zien dat het altijd om een sociale constructie gaat, waarbij de perceptie ertoe doet. Crisiswetenschappers spreken van een crisis wanneer een gemeenschap ervaart dat haar fundamentele waarden en normen bedreigd worden, en er op korte termijn ingegrepen moet worden. Deze definitie biedt genoeg aanknopingspunten voor politici om een crisis uit te roepen en beleid erdoor te duwen dat anders niet mogelijk zou zijn geweest. 

Minister Faber zou het uitroepen van een asielcrisis als sociale constructie filosofisch kunnen onderbouwen aan de hand van de taalfilosoof John Searle (1932). Searle stelde dat taal niet alleen dient om de werkelijkheid te beschrijven, maar ook om een daad te stellen. Denk aan een belofte, bevel of verontschuldiging, waarmee je handelt via de taal en de werkelijkheid in zekere zin naar je hand zet. Met het uitroepen van een asielcrisis creëert Faber volgens Searle een zogenaamd ‘institutioneel feit’, waarmee ze een crisisstatus toekent aan de huidige situatie. Als de meerderheid van de Nederlanders deze status accepteert, ís er daarmee een asielcrisis, ook al spreken de feiten en tal van maatschappelijke partijen dit tegen.

Het probleem voor Faber is echter dat wij de beoordeling of er echt een crisis is, die noodmaatregelen en het omzeilen van het parlement rechtvaardigt, hebben belegd bij de rechterlijke macht. Hoewel juristen geen officiële definitie van ‘crisis’ hebben geformuleerd, is duidelijk dat er sprake moet zijn van ‘buitengewone omstandigheden’ en daarvoor moet er voldaan zijn aan twee criteria: 1) een vitaal belang wordt bedreigd en 2) normale bevoegdheden volstaan niet om deze dreiging af te wenden. 

Fabers plan moet langs ons hoogste juridische adviesorgaan, de Raad van State. Die kwam in 2021 al met een advies waarin duidelijk werd gemaakt dat ‘niet elke crisis die in het dagelijks spraakgebruik een ‘crisis’ wordt genoemd, ook een crisis is waarvoor noodbevoegdheden kunnen worden ingezet.’ Het moet echt gaan om een overstroming, kernramp, virusuitbraak of terrorische aanval, waarvoor geen reguliere wettelijke instrumenten zijn. Daarvan is bij de Nederlandse asielkwestie geen sprake. De asielcrisis is ten dele een opvangcrisis die, bijvoorbeeld, met de spreidingswet kan worden bestreden. Mocht het kabinet ondanks negatief advies toch doorgaan met de noodwet, dan strandt het beleid zeer waarschijnlijk bij een rechter. 

Het kabinet (lees: de PVV) zal dan nog steeds beweren dat het namens de meerderheid van de Nederlanders iets aan de asielcrisis wilde doen en dat een kleine club ongekozen juristen, die zelf geen last hebben van de asielinstroom, de boel saboteerden. Een boze Telegraaflezer verzette zich er ook tegen dat we pas mogen spreken van een crisis als dat juridisch is gestaafd. “Laat mij u zeggen: in de volksmond noemen wij dit allen gewoon een asielcrisis,” schreef hij. : Faber is een vrouw van het volk en benoemt het gewoon zoals het is: een crisis! Iedere jurist die daar iets tegen heeft moet een ander vak gaan uitoefenen!”

De scribent noemde nog enkele crises die de volksmond als zodanig bestempelt: de wooncrisis, de personeelscrisis en de klimaatcrisis. Zou hij de consequenties hebben doordacht van wat het betekent als de Nederlandse regering op al die terreinen verregaande bevoegdheden zou krijgen? Als een asielminister zomaar institutionele feiten mag maken en crisismaatregelen mag doordrukken, dan mag een klimaatminister dat ook. Is er voor deze nieuwe aanpak in Nederland een meerderheid?

Paul Teule (1981) studeerde filosofie en economie en doceert bij de UvA en de HTF, waar hij ook directeur Onderwijs is. Hij is redacteur van Phronèsis en (acquirerend) redacteur van De Nederlandse Boekengids.

Studiekosten

Lees meer over de studiekosten van de verschillende opleidingen van de HTF

Studiekosten

Toelating

Lees hier meer over de toelatingseisen van de HTF

Toelating
© HTF Hogeschool voor Toegepaste Filosofie (HTF) B.V. 2025
Webdesign: SaffrieDesign
crossarrow-left
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram