Als Søren Kierkegaard vandaag had geleefd, was hij waarschijnlijk geen managementgoeroe of veranderstrateeg geweest - daarvoor was zijn denken te weerbarstig, te existentieel. En toch kunnen we veel van hem leren over organisatie- of persoonlijke verandering. Dat komt in belangrijke mate doordat Kierkegaard geen denker van antwoorden is, maar van keuzes.
Want hoewel we soms denken dat het in verandering gaat over de juiste methode of modellen die antwoorden bieden, gaat het bovenal om de keuzes die je - als leider, adviseur, teamlid of bestuurder - op cruciale momenten maakt. En dan gaat verandering plots over iets anders: durf, vertrouwen, overgave, twijfel. Over doen.
Kierkegaard reikt ons inzichten aan over hoe je op zulke momenten kunt handelen - en dan nog het liefst het goede doet - met zijn onderscheid tussen drie stadia van leven. Drie perspectieven die ons kunnen helpen begrijpen hoe mensen handelen in situaties van verandering, en waarom sommige vormen van verandering wel werken, en andere niet.
Stadium 1: het esthetische - het moet wel leuk blijven
In het esthetische stadium draait het om het aangename. Wat we doen, doen we omdat het interessant, mooi of plezierig is. In organisaties is dat zichtbaar in de drang naar quick wins: energieke sessies en inspirerende slogans. Verandering moet vooral leuk en licht blijven. Alles wat te veel schuurt, stellen we liever uit of gaan we uit de weg.
Dit is op zichzelf niet verkeerd. Zeker niet in tijden van moeizame betrokkenheid en hoge werkdruk. Hoe aantrekkelijk het esthetische stadium ook is, ook in de context van organisatieverandering, we komen niet van A naar B via alleen een riedel aan quick wins en gesprekken met een glimlach als randvoorwaarde.
Wellicht biedt het tweede stadium ons meer?
Stadium 2: het ethische stadium - volgens de regels
In het ethische stadium draait het om leven in lijn met normen, waarden en regels. Wat we doen, doen we omdat het hoort. In de context van organisaties houden we er ook van: procedures, kernwaarden, gedragscodes. Hetzelfde geldt voor verandermethoden en -modellen. Ze bieden houvast - en dat is waardevol. Maar veel van die methoden zijn in wezen ethische beschrijvingen van wat als de ‘juiste’ manier van veranderen geldt.
Ze worden gepresenteerd als blauwdrukken: volg de stappen en succes volgt vanzelf. Echter: geen van de verandermethoden kan claimen dat het volgen van de regels van de methode gegarandeerd leidt tot ‘het goede doen’. Ja, ze bieden enig houvast - maar van échte verandering is vaak geen sprake.
Daarom komt nu het derde stadium in beeld.
Stadium 3: het religieuze stadium - springen in vertrouwenKierkegaards derde stadium noemt hij ‘het religieuze stadium’. Niet per se in kerkelijke zin, maar in termen van een opgave die je, aldus Kierkegaard, als mens hebt. Hier gaat het om radicale verantwoordelijkheid. Je doet wat je doet omdat jij voelt dat dat het juiste is - ondanks onzekerheid, ondanks twijfel.
Het enige wat we moeten doen, is springen.
In organisaties herken je dit wanneer iemand opstaat tegen een dominante cultuur. Of wanneer een team besluit een andere koers te varen, terwijl de rest nog twijfelt. Of wanneer je als leider een besluit neemt dat misschien niet strookt met het beleid, maar wél met wat je als mens juist acht.
Dat gaat niet vanzelf. Kierkegaard vraagt, sterker nog: hij stelt als randvoorwaarde, je volledig te committeren aan de verandering(en) die je met elkaar voor ogen hebt. Hij doet een beroep op ons als veranderaars om moed, toewijding en een bereidheid centraal te stellen, zodat we de kern van de gewenste verandering weten te raken, én te realiseren.
Het enige wat we moeten doen, is springen. Springen?
Springen!
Je kent het gevoel vast wel. Je weet niet precíes waarom je de keuze maakt die je maakt, maar hey, het voelt goed. Alsof je vlak voordat je de keuze maakt, jezelf vertelt: dit is wat ik moet doen. Een verklaring komt later wel. Kierkegaard noemt het - omdat het pas van toepassing is in zijn derde, religieuze stadium - een leap of faith: een sprong, bovenal, omdat je ten diepste weet, voelt, vertrouwt, gelooft dat die sprong je helpt om het goede te doen, om dingen echt te veranderen.
Een leap of faith is een sprong naar iets waarvan je niet precies weet wat het is, maar gelooft dat het ‘het goede’ is. Anders gezegd: je kunt van tevoren nooit voor de volle honderd procent zeker weten of rationeel verklaren dat datgene wat je doet, het (enige) goede is. Je kunt blijven hangen in vertwijfeling. Of de sprong wagen, in vertrouwen. De keuze is aan jou.
Ultieme veranderfilosoof
Het is in deze constatering waar misschien wel de voornaamste schoonheid van de sprong zit. Omdat een leap of faith bovenal een ode is aan het subjectieve, het irrationele, het onderbuikgevoel, het simpelweg geloven dat die verandering zomaar echt zou kunnen plaatsvinden. Kortom, een ode aan het menselijke dat onderdeel is van ieder veranderproces.
Waarmee verandering dan plots terug te brengen is tot drie vragen:
Spring je of niet?
Beweeg je van A naar B of blijf je staan op A?
En de belangrijkste vraag van allemaal: Durven we te zien dat er iets te kiezen valt?
Met de groeten van Kierkegaard, misschien wel de ultieme veranderfilosoof.
Daniël Wolfs is mede-oprichter en mede-eigenaar van The Change Studio. Vanuit zijn onderneming werkt hij met collega’s en opdrachtgevers aan moderne wegen naar vernieuwing. De rode draden: Lead. Inspire. Create.De afgelopen jaren heeft Daniël veelvuldig over (organisatie)verandering gepubliceerd, onder andere in zijn boek 'De Veranderfilosoof - op zoek naar de kern van verandering'.
Lees meer over de studiekosten van de verschillende opleidingen van de HTF
Lees hier meer over de toelatingseisen van de HTF
De Hogeschool voor Toegepaste Filosofie (HTF) biedt de eerste hbo-bachelor en hbo-master Toegepaste Filosofie in Nederland aan.